Joanna Klopotowska, ziekenhuisapotheker, Klinische Informatiekunde, Amsterdam UMC:

‘Het IC-medicatiebewakingssysteem geeft nu minder meldingen en is veiliger’

Op een intensive care (IC) krijgen patiënten veel verschillende soorten medicijnen toegediend. Een medicatiebewakingssysteem meldt wanneer een combinatie van medicijnen riskant kan zijn. De gangbare systemen geven echter te veel meldingen omdat ze niet goed zijn afgestemd op de IC-patiënt. Amsterdam UMC heeft een systeem op maat gemaakt voor de IC.

Als een huisarts of een specialist een patiënt medicijnen voorschrijft, geeft het medicatiebewakingssysteem aan of er combinaties van geneesmiddelen ontstaan die mogelijk riskant zijn. Medicijnen van verschillende soorten kunnen elkaar immers negatief beïnvloeden. Ook de IC’s hebben dergelijke medicatiebewakingssystemen, maar die staan volgens Joanna Klopotowska veel te scherp afgesteld. Zij is universitair docent en ziekenhuisapotheker bij de afdeling Klinische Informatiekunde in Amsterdam UMC. ‘Er zijn vaak zoveel meldingen, dat artsen meer dan 90% daarvan wegklikken. Door die signaalmoeheid bestaat het gevaar dat ze relevante meldingen missen.’

Alleen serieuze risico’s

Onder leiding van hoogleraar Medische informatiekunde Ameen Abu-Hanna heeft postdoc-onderzoeker Klopotowska met GGG-subsidie dat systeem op maat gemaakt voor de IC-patiënt, zodat IC-artsen er meer vertrouwen in krijgen en het serieuzer nemen. Klopotowska: ‘We hebben ons beperkt tot de IC omdat daar vaak complexe patiënten liggen die veel medicijnen krijgen. Dan is de kans op risicovolle medicatiecombinaties, ook wel potentiële medicatie-interacties genoemd, dus relatief groot. Maar vanwege de kritische toestand van die patiënten, worden ze al zeer uitgebreid gemonitord. Daarom is er op de IC een ander medicatiebewakingssysteem nodig dan op een gewone ziekenhuisafdeling of bij de huisarts.’

‘De resultaten van de overstap waren zeer positief. Artsen dachten serieuzer na over de meldingen die ze kregen.’

40% van de signalen uitgezet

Veertien IC’s in Nederland deden mee aan het project. Promovenda Tinka Bakker analyseerde meer dan 100.000 IC-opnames. Het bleek dat een IC-patiënt gemiddeld aan twee potentiële medicatie-interacties wordt blootgesteld. De analyse toonde verder aan dat 148 categorieën medicatie-interacties mogelijk van belang waren. Een expertgroep, bestaande uit IC-artsen en ziekenhuisapothekers, beoordeelde welke daarvan klinisch relevant zijn voor de IC-patiënt. Klopotowska vertelt dat maar liefst bijna 40% van die 148 categorieën van medicatie-interacties uiteindelijk afviel. ‘De meldingen voor die categorieën konden we dus uitzetten in het medicatiebewakingssysteem op de IC.’

Meldingen serieuzer genomen

Dat uitzetten van de meldingen is onderzocht bij negen van de deelnemende IC’s. Die moesten gedurende een onderzoeksperiode van elf maanden eerst met hun bestaande medicatiebewakingssysteem werken en daarna overstappen op de uitgeklede versie. Volgens de projectleider waren de resultaten van de overstap zeer positief. ‘We zagen dat de artsen serieuzer nadachten over de meldingen die ze kregen. Daardoor werden de IC-patiënten 10% minder blootgesteld aan potentiële medicatie-interacties.’ Klopotowska en haar medeonderzoekers willen de nieuwe versie van het systeem geleidelijk implementeren op alle IC’s in Nederland. Daarvoor hebben ze wederom subsidie aangevraagd bij ZonMw. ‘Uiteindelijk hebben we tot doel dat alle IC’s hiermee gaan werken. Dan wordt het voorschrijven van medicijnen op die afdelingen nog veiliger.’

Video
Contact

Verstuur