Birgit Koch, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog, Erasmus MC:

‘We willen antipsychotica gerichter kunnen doseren bij kinderen met autisme’

Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben vaak problemen met prikkelverwerking en laten soms heftige gedragsproblemen zien. Antipsychotica kunnen helpen deze problemen te verminderen, maar ze hebben ook stevige bijwerkingen. Het team van Birgit Koch onderzocht een belangrijke praktijkvraag: bij welke dosering is een middel effectief met minimale bijwerkingen?

Antipsychotica als risperidon, aripiprazol en pipamperon kunnen helpen om boosheid, paniek of angst te verminderen bij kinderen met autisme. Helaas hebben deze antipsychotica ook bijwerkingen. Zo kunnen kinderen snel dik worden. Soms komen ze wel tien kilo aan en dat leidt weer tot een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatproblemen in de toekomst. Het is dus een relevante praktijkvraag of je met betere doseringen een goed effect kunt realiseren, terwijl je de bijwerkingen minimaliseert. Birgit Koch startte er een onderzoek naar met subsidie van GGG.

Inclusie eerst moeizaam

De inclusie verliep aanvankelijk moeizaam. Koch: ‘In het algemeen staat onderzoek in ggz-organisaties niet op de eerste plaats. De behandeling van kinderen gaat voor, en juist op dat vlak zijn de problemen in de jeugd-ggz de afgelopen jaren enorm toegenomen. Het is lastig om kinder- en jeugdpsychiaters te vinden die willen meedoen aan een studie. Onze promovendus Sanne Kloosterboer ging vaak persoonlijk langs om te ondersteunen of vragen te beantwoorden. En ze is ook veel op huisbezoek geweest bij deelnemende gezinnen.’ Ouders en kinderen wilden juist graag meedoen, vertelt Koch. ‘Veel onderzoekers zijn terughoudend om kinderen te vragen, omdat ze bang zijn hen teveel te belasten. Ik zeg: bedenk dat niet voor een ander en wees niet betuttelend.’

‘Artsen willen wel eerst bewijs zien voordat ze hun behandeling aanpassen. Zover zijn we nog niet.’

Therapeutic window zoeken

De studie liet zien dat er inderdaad een relatie is tussen antipsychoticaspiegels, bijwerkingen en effectiviteit. Koch: ‘Dat betekent dat er een zogeheten therapeutic window te vinden is, dus een marge waarbinnen je met gericht doseren optimaal effect hebt met minimale bijwerkingen. Voor pipamperon weten we nu bijvoorbeeld dat je veel beter twee keer daags kunt doseren. Dat advies is inmiddels ook overgenomen in het Kinderformularium. We moeten nog wel veel preciezer uitzoeken hoe dat therapeutic window er concreet per middel uitziet. Artsen willen wel eerst bewijs zien voordat ze hun behandeling aanpassen. Zover zijn we nog niet.’

Doseren op maat

Intussen merken de onderzoekers dat er in het veld een groter bewustzijn ontstaat van het belang van spiegelmetingen. Meten = weten dringt steeds meer door in de praktijk, zegt Koch. ‘Het zou mooi zijn als er in onderzoek binnen de ggz meer ruimte komt voor het soort van kwantitatief onderzoek dat wij hebben gedaan. Een aanvraag voor een vervolgproject is gehonoreerd. Daarin willen we aantonen dat gepersonaliseerd doseren ook echt werkt. Uiteindelijk wil je per middel een bloedspiegel kunnen bepalen om de juiste dosering voor veilig gebruik van antipsychotica vast te stellen. Het ultieme doel: meer op maat doseren, waardoor we kinderen met ASS beter kunnen instellen met zo min mogelijk bijwerkingen.’

Birgit Koch (links op de foto) is sinds 1 juli 2021 hoogleraar Klinische Farmacometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het SPACE-onderzoek liep in samenwerking met dr. Bram Dierckx (rechts op de foto), kinder- en jeugdpsychiater en klinisch farmacoloog in het Erasmus MC Sophia. De studie is uitgevoerd door promovendus Sanne Kloosterboer (midden). De oratie van Birgit Koch staat gepland voor oktober 2022.

Video
Contact

Verstuur