Monique Mochtar, gynaecoloog, Amsterdam UMC:

‘Oud middel is veel goedkoper dan het nu gebruikte hormoon bij intra-uteriene inseminatie’

Bij ‘intra-uteriene inseminatie’ (IUI) worden zaadcellen in de baarmoederholte gebracht. De eierstokken worden meestal met follikelstimulerend hormoon (FSH) geactiveerd. Dit is een dure methode om extra eiblaasjes te laten groeien. Het alternatief is het goedkopere clomifeencitraat. Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben beide middelen met elkaar vergeleken. Welke is het meest doelmatig?

De overheid wilde op de voortplantingsgeneeskunde bezuinigen. Het veld kreeg de opdracht om te bepalen waarop geld bespaard kan worden. Monique Mochtar vertelt dat de grootste kostenpost de hormonale medicijnen zijn die vrouwen krijgen voor het stimuleren van hun eierstokken om zwanger te worden. Dit gebeurt niet alleen bij IVF maar ook bij IUI, en wel bij paren waarbij het gedurende een jaar om onverklaarbare redenen niet lukt zwanger te worden. Bij IUI moeten vrouwen zichzelf met het hormoon (FSH) injecteren, waarna er meer eiblaasjes zullen groeien.

Vergeten middel

Mochtar en haar collega’s wilden weten of het veel goedkopere clomifeencitraat even goed werkt als FSH. ‘Dit vergeten middel is al sinds medio vorige eeuw op de markt maar wordt weinig toegepast voor dit doel. Er zit geen patent meer op en is dus niet interessant voor de farmaceutische industrie. Clomifeencitraat werkt via een omweg. Nadat een vrouw het in tabletvorm heeft ingenomen, daalt het oestrogeenniveau in het bloed. Als reactie daarop maakt de hypofyse in de hersenen zelf FSH aan.’

‘Het gebruik van clomifeencitraat in plaats van FSH scheelt maar liefst zo’n 42.000 euro per geboren kind.’

Op grotere schaal

Al eerder was er een kleinschalige studie gedaan. Daaruit bleek dat FSH en clomifeencitraat vrijwel even effectief waren. Mochtar vertelt dat in Nederland desondanks de gewoonte bleef bestaan om FSH te gebruiken. ‘Daarom hebben we besloten het op grotere schaal nog eens over te doen.’ Aan deze zogenoemde Super-studie, waarvoor de onderzoekers subsidie kregen van GGG, deden in totaal 738 paren mee verdeeld over vijftien verschillende ziekenhuizen in Nederland. De helft kreeg via loting FSH en de andere helft clomifeencitraat. Mochtar: ‘De behandeling bestond uit maximaal vier cycli. Voorwaarde was bovendien dat er per keer niet meer dan drie eiblaasjes mochten vrijkomen om meerlingen zoveel mogelijk te voorkomen. Meerlingen brengen altijd extra risico’s met zich mee.’

FSH iets effectiever

De Super-studie, waarover de onderzoekers in 2018 hebben gepubliceerd in het vakblad Human Reproduction, laat volgens de Amsterdamse gynaecoloog weinig verschillen zien tussen beide behandelingen. ‘Wel geeft FSH iets meer zwangerschappen dan clomifeencitraat. De verhouding levend geboren kinderen ligt respectievelijk op 28% en 25%. Ook zagen we bij clomifeencitraat iets meer meerlingen. Als dezelfde criteria worden gehanteerd als in onze studie, dan raden wij aan om voortaan bij IUI dit veel goedkopere alternatief te gebruiken. Dat scheelt maar liefst zo’n 42.000 euro per extra geboren kind. FSH is wel iets effectiever maar dat voordeel weegt niet op tegen deze extra kosten.’ De studieresultaten zijn inmiddels opgenomen in de richtlijn.

Video
Contact

Verstuur