Eefje de Bont, huisarts en universitair docent, Maastricht University:

‘Minder antibiotica bij kinderen dankzij voorlichting in een stoplichtboekje’

Een kind met koorts zorgt voor vragen en zorgen bij ouders. Eén op de drie tot vier kinderen krijgt vervolgens antibiotica van de huisarts, terwijl ernstige infecties zeldzaam zijn. Het boekje ‘Mijn kind heeft koorts’ leidt tot minder antibioticarecepten. Dat blijkt uit onderzoek van Eefje de Bont van de Universiteit Maastricht. Ze kreeg hiervoor de NHG-Wetenschapsprijs 2019.

Ouders gaan met een kind met koorts nogal eens naar een huisartsenpost. Meestal gaat het om een onschuldige virusinfectie en is een eenvoudig advies voldoende. Zoals voldoende drinken. Eefje de Bont promoveerde op een onderzoek naar voorlichting over kinderen met koorts. ‘Ouders zijn vaak ongerust en daarom krijgen veel kinderen toch antibiotica voorgeschreven.’ De Bont ontwikkelde ‘Mijn kind heeft koorts’, een informatieboekje waarmee huisartsen ouders gerichte informatie geven over koorts en infectieklachten zoals oorpijn en hoesten. Het blijkt dat huisartsen die het boekje gebruiken bij het consult en het boekje meegeven aan de ouders minder snel medicijnen voorschrijven.

Interactief stoplichtsysteem

De Bont: ‘Het informatieboekje moest allereerst het antibioticagebruik terugdringen. Daarnaast wilden we de zelfredzaamheid van de ouders verbeteren en zorgen dat het aantal consulten bij de huisartsenpost afneemt.

In ons vooronderzoek zeiden huisartsen, triageverpleegkundigen en kinderartsen allemaal dat betere voorlichting nodig was om het gebruik van antibiotica te verminderen. Dat wordt ook bevestigd door de literatuur.’ Het informatieboekje is interactief, legt De Bont uit. ‘Het heeft een stoplichtsysteem. Bij elke kleur – rood, oranje en groen – horen bepaalde kenmerken, zoals oorpijn, keelpijn, braken en diarree. Daaraan zijn bepaalde adviezen gekoppeld, bijvoorbeeld zorgen dat het kind voldoende drinkt. Bij één of meer vinkjes in het rode stoplicht krijgt de ouder het advies contact te zoeken met de huisarts. Er staan ook zelfzorgadviezen in, en algemene adviezen over koorts.’

‘Huisartsen kunnen ouders met het boekje sneller en gerichter voorlichten. Huisartsen zijn daardoor ook zekerder van zichzelf.’

Ouders en huisartsen tevreden

Het effect van het gebruik van het boekje is onderzocht bij twintig huisartsenposten, waarvan de helft het boekje gebruikte en de andere helft niet. De Bont: ‘Er hebben 25.000 kinderen meegedaan en 3.500 huisartsen. Het onderzoek laat zien dat er minder medicatie wordt voorgeschreven: minder pijnstillers, minder neusspray en minder antibiotica. Ouders zeggen niet zo snel te zullen teruggaan naar de huisarts en zijn over het algemeen meer tevreden. De ouders die geen informatieboekje ontvingen waren overigens ook al tevreden, maar het boekje had duidelijk meerwaarde.’ Huisartsen zijn met het boekje niet meer tijd kwijt voor consulten. ‘Het zorgt ervoor dat zij sneller en gerichter de ouders kunnen voorlichten. Huisartsen zijn ook zekerder van zichzelf, zo blijkt uit het onderzoek.’

Breed geïmplementeerd

Met een speciale subsidie is het boekje breed geïmplementeerd in de praktijk. Het wordt regelmatig herdrukt en is online beschikbaar via Thuisarts.nl. Ook consultatiebureaus zetten het in en het is beschikbaar via de GroeiGids, een platform voor verloskundigen, kraamzorgorganisaties en de jeugdgezondheidszorg. Een speciale training voor medewerkers van het kinderdagverblijf is verder aangepast voor gebruik door apothekersassistenten, praktijkassistenten en doktersassistenten en is te vinden op de website van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM).

Video
Contact

Verstuur