Het geven van medicijnen aan kinderen is vaak lastig, omdat tabletten zijn ontwikkeld voor volwassenen. Voor een kind zijn veel pillen te hoog gedoseerd of te groot om door te slikken. Vloeibare medicijnen zijn verfijnder en flexibeler en makkelijker toe te dienen aan kinderen, maar dat vereist een vertaalslag van tablet naar een drank. Het Radboudumc maakte die voor het geneesmiddel valaciclovir, een middel tegen onder meer virusinfecties. ‘Het was alleen beschikbaar voor volwassenen en dus in een te hoge dosering’, vertelt David Burger. ‘Het middel was er bovendien alleen als grote tablet. Daar hebben met name kleine kinderen vaak moeite mee.’
Het Radboudumc kreeg GGG-subsidie voor een onderzoek dat Burger deed met Angela Colbers (op de foto naast Burger). Diane Bastiaans (niet op de foto) is op de studie gepromoveerd. Het idee was een drank te ontwikkelen en dat heeft behoorlijk wat tijd gekost, vertelt Burger. ‘We zijn al in 2010 begonnen. Het bleek niet eenvoudig de juiste grondstof voor het medicijn te verkrijgen. Er is wereldwijd maar één leverancier. Het lukte ook niet meteen er een drank van te maken. De grondstof was niet van de benodigde kwaliteit en de juiste documentatie ontbrak.’
‘Vloeibare medicijnen zijn flexibeler en makkelijker toe te dienen aan kinderen, maar het vereist vaak een vertaalslag van tablet naar drank.’
Een tweede probleem was dat de drank niet stabiel bleek te zijn, vult Bastiaans aan. Er vond chemische ontleding plaats. Een medicijn moet het liefst zes maanden stabiel zijn, op kamertemperatuur of in de koelkast, legt ze uit. Een derde probleem was dat het medicijn een bittere smaak had. ‘Door een zure en een zoete hulpstof te gebruiken konden we de smaak een beetje maskeren en was de drank langer stabiel. Dit kostte veel tijd. Voordeel was wel dat we in contact kwamen met een onderzoeksgroep in Düsseldorf die een elektronische tong had ontwikkeld waarmee de drank ‘voorgeproefd’ kon worden. De smaaktest hoefden we daardoor bij veel minder kinderen te doen.’
Het middel is eerst aan gezonde proefpersonen gegeven in de vorm van een tablet en een drank. De resultaten van de twee toedieningsvormen zijn vergeleken via analyses van bloedmonsters. De opname van het medicijn bleek gelijk te zijn en het had geen extra bijwerkingen. Daarna is de drank nog speciaal getest bij kinderen die een stamceltransplantatie hadden ondergaan. In het Prinses Máxima Centrum in Utrecht – waar de kinderoncologie is gecentraliseerd – wordt het nu standaard gebruikt. Bastiaans: ‘Het bereidingsvoorschrift is inmiddels landelijk overgenomen en de drank wordt door diverse grootbereiders gemaakt. Onze monografie wordt momenteel beoordeeld voor opname in het European Paediatric Formulary. Daarmee zou de drank ook in Europa de standaard kunnen worden.’