In de richtlijnen staat dat er onvoldoende bewijs is dat haloperidol een delirium voorkomt. In Amerika en Canada kreeg een aanzienlijk deel van de patiënten op de IC het middel: 5 tot 10%. Van den Boogaard legt uit waarom het ook in Nederland regelmatig preventief werd gegeven. Uit een eerdere grote studie bij oudere patiënten met een gebroken heup was gebleken dat mensen door een lage preventieve dosering minder ernstig en korter delirant waren. De redenering was: dan zou het ook best kunnen gelden bij ernstig zieke patiënten op de IC met veel onderliggende aandoeningen. Kleine studies leken daar ook op te wijzen. Maar het was nog niet eerder degelijk onderzocht in een grote studie.
Haloperidol grijpt in op meerdere receptoren in de hersenen, legt Van den Boogaard uit. ‘Van oorsprong is het een antipsychoticum voor mensen met wanen en hallucinaties zonder lichamelijke oorzaak. Zij krijgen een hoge dosering. Patiënten met een delirium zijn plotseling verward en soms extreem onrustig. Het gaat geregeld gepaard met hallucinaties en soms wanen. Maar hier is er juist altijd een lichamelijke oorzaak. Medicatie, infecties, pijn, zuurstoftekort, angst; het zijn allemaal factoren die invloed hebben.’
‘Ernst van ziekte, risico op delirium, dosering en duur van toediening; in geen enkele subgroep hebben we enig gunstig effect gevonden voor haloperidol.’
Van den Boogaard en zijn team includeerden in totaal 1.800 volwassen patiënten met een hoog risico op een IC-delirium en veel comorbiditeit in 21 IC’s in Nederland. ‘Het was wereldwijd de grootste dubbelblind gerandomiseerde studie die ooit is uitgevoerd naar de preventieve toepassing van haloperidol. Ernst van ziekte, opname-indicatie, risico op delirium, dosering en duur van toediening; in welke subgroep we ook keken, we hebben nergens enig gunstig effect gevonden. We ontraden daarom om haloperidol preventief aan IC-patiënten te geven. Dit advies is in 2018 al in de Amerikaanse IC-richtlijn opgenomen en komt ook in de aankomende Nederlandse IC-richtlijn terecht.’
Intussen blijft het relevant iets aan het probleem te doen. ‘Ongeveer een derde tot de helft van de IC-patiënten ontwikkelt een delirium. Zij worden langer beademd, liggen langer op de IC, en hebben minder overlevingskans. Op de lange termijn blijven ze cognitieve problemen houden. Mogelijk verandert een delirium zelfs de hersenstructuur. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat niet-medicinale interventies kunnen helpen. Een grote recente review, waarin ook een niet-medicamenteuze studie van ons is meegenomen, laat een gunstig effect zien op het voorkomen van een delirium. Goed slapen, snel uit bed en cognitieve trainingen om de hersenen aan het werk te houden. Het is net als met een gebroken been: je moet oefenen om weer sterk te worden.’