Dorien Zwart, huisarts en senior-onderzoeker, Julius Centrum (UMC Utrecht):

‘Geslaagde proef met apotheker-farmacotherapeut in de huisartsenpraktijk’

Utrechtse onderzoekers introduceerden een nieuwe professional in de huisartsenpraktijk, de apotheker-farmacotherapeut. Met succes: er zijn minder ziekenhuisopnames veroorzaakt door medicijngebruik en patiënten ervaren minder bijwerkingen. Maar een structurele plaats verwerven in de eerstelijnszorg vergt nog wel wat stappen.

Jaarlijks belanden in Nederland 50.000 mensen in het ziekenhuis als gevolg van medicijngebruik. Het kan gaan om bijwerkingen, ongewenste effecten en schade, of om interacties tussen én verkeerd gebruik van medicijnen. Zeker bij het gebruik van vijf of meer medicijnen – polyfarmacie – kan het makkelijk misgaan. ‘Medicatieveiligheid is een van de belangrijkste issues als het gaat om kwaliteit en veiligheid van zorg,’ zegt Dorien Zwart. In hoeverre is er winst te behalen door verbetering van de farmacotherapie in de huisartsenpraktijk? Om die vraag draaide de POINT-studie van het Julius Centrum.

Speciale opleiding

Dit GGG-project voorzag in het aanstellen van een apotheker-farmacotherapeut (AF) in huisartsenpraktijken. Die situatie werd vergeleken met de situatie in huisartspraktijken die al nauw samenwerken met apotheken, en met praktijken die dit niet doen. Tien AF’s gingen vijftien maanden lang in een huisartsenpraktijk aan de slag. Tegelijkertijd volgden ze een opleiding met veel aandacht voor consultvoering en klinisch redeneren, die het Julius Centrum voor hen ontwikkelde. De aanvulling op hun afgeronde opleiding was nodig, omdat het werk van een AF wezenlijk anders is dan dat van een apotheker achter de balie of van een apotheker-onderzoeker, zegt Zwart. ‘De AF is als apotheker op de huisartsenvloer echt een interprofessionele zorgverlener.’

‘Het zou goed zijn om dit veelbelovende zorgmodel tijdens stapsgewijze implementatie verder te ontwikkelen en te onderbouwen.’

Gesprekken met patiënten

Voor de AF vormt praten met patiënten over hun medicijngebruik en hun klachten of wensen de kern van het werk. Hij of zij duikt zo nodig in dossiers, nodigt bepaalde patiënten uit voor een gesprek of bezoekt ze thuis. Bijvoorbeeld kwetsbare ouderen met veel medicijnen. In overleg met de huisarts voert de AF de benodigde wijzigingen na die gesprekken zelf door. De proef is door twee promovendi onderzocht: apotheker Ankie Hazen en huisarts Vivianne Sloeserwij. De AF verlaagt het risico op medicijnschade, er zijn minder ziekenhuisopnames en minder bijwerkingen. Zwart: ‘Het zou goed zijn om dit succesvolle model tijdens een stapsgewijze implementatie nu verder te gaan ontwikkelen.’

Veelbelovend zorginnovatie

Er is voldoende draagvlak voor het werken met een AF, maar voor het verankeren in de eerste lijn is een bekostigingsmodel nodig, vervolgt Zwart. En consensus over inbedding van deze interprofessionele zorgverlener in ons toch wel verzuilde systeem, zoals ze het uitdrukt. Dat vergt ook expliciete steun van de koepelorganisaties, zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit. Zwart: ‘Als we het model bij de implementatie blijven evalueren, onder andere of het effect op medicatieveiligheid ook na langere tijd blijft bestaan, zouden we deze veelbelovende zorginnovatie echt goed kunnen onderbouwen.’

De apotheker-farmacotherapeut (AF) zorgt voor follow-up met de patiënt, zodat medicatiewijzingen het gewenste effect hebben. De begeleiding bij het afbouwen van medicijnen behoort tot de taken. Ook is de AF een vraagbaak voor collega’s in de praktijk, verzorgt onderwijs over farmacotherapie en neemt mede verantwoordelijkheid voor kwaliteit van de farmacotherapeutische zorg in de praktijk als geheel. In mei 2022 is bij GGG een speciale implementatiesubsidie aangevraagd voor POINT-i. Dit project moet de belangrijkste barrières voor een brede implementatie van de AF slechten, onder meer via een bekostigingsmodel en een structurele opleiding.

Video
Contact

Verstuur