Al in de jaren zestig van de vorige eeuw kwam vincristine op de markt als antikankermiddel. Het wordt gewonnen uit de roze maagdenpalm en wordt nog altijd voor veel verschillende tumorsoorten bij kinderen ingezet. Mirjam van de Velde, arts-onderzoeker in Amsterdam UMC en daar in opleiding tot kinderarts: ‘Vincristine remt de vorming van het cytoskelet, een netwerk van eiwitdraden en eiwitbuisjes in de cel. Daardoor kunnen de tumorcellen zich niet meer delen. Het is een effectief middel en bovendien goedkoop omdat er geen patent meer op zit. Groot nadeel is wel dat het als vervelende bijwerking veel zenuwpijn kan geven, vooral aan handen en voeten. Daardoor kunnen ook motorische problemen optreden, zoals moeizamer lopen. Dit alles herstelt zich meestal wel na enkele maanden. Maar afhankelijk van de ziekte kan het noodzakelijk zijn om vincristine driewekelijks te geven gedurende een periode van twee jaar. Met al die tijd dus ook de pijn.’
Vincristine werd altijd als een zogeheten ‘bolusinjectie’ gegeven, die slechts enkele minuten in beslag neemt. De hypothese van Van de Velde en collega’s was dat geleidelijke toediening mogelijk minder bijwerkingen geeft. Dan vermijd je immers hoge piekconcentraties in het bloed en daarmee die vervelende zenuwpijnen, zo was de gedachte. Een gerandomiseerde GGG-studie met Nederlandse en Belgische kinderoncologische centra moest bewijs leveren voor de stelling. Aan de in 2014 gestarte VINCA-studie, waarop Van de Velde dit najaar hoopt te promoveren, deden 91 kinderen tussen de 2 en 18 jaar met uiteenlopende soorten kanker mee. Na loting kreeg de helft vincristine via bolusinjecties en de andere helft via één-uursinfusen.
‘We hebben genetische mutaties gevonden bij kinderen die extra gevoelig zijn voor de bijwerkingen van vincristine. Vervolgonderzoek kan leiden tot optimaal doseren.’
Van de Velde had gehoopt een significant verschil te vinden tussen beide groepen. De directe voordelen van de één-uursinfusen waren echter nihil. Maar het onderzoek leverde volgens haar wel een onverwachte bijvangst op. ‘Door vincristine neemt de weerstand af en krijgen kinderen vaak schimmelinfecties. Deze behandel je dan met azolen, maar die versterken de bijwerking van vincristine. Bij de één-uursinfusen namen de zenuwpijnen niet toe na behandeling met azolen.’
De onderzoekers keken ook naar de kwaliteit van leven bij kinderen die vincristine krijgen. De zenuwpijnen blijken tot een aanzienlijk kwaliteitsverlies te leiden. Van de Velde: ‘Verder hebben we onderzocht of er bepaalde genetische mutaties zijn waardoor sommige kinderen extra gevoelig zijn voor bijwerkingen. Wij, en ook andere groepen, hebben enkele mutaties gevonden. Dit vergt vervolgonderzoek. Want het zou natuurlijk mooi zijn als je kunt voorspellen wie gevoelig is, zodat je per kind optimaal kunt doseren met zo min mogelijk bijwerkingen.’