Joel van Roon en Helen Leavis, UMC Utrecht:

Combinatie van onstekingsremmers bij Sjögren: 1 + 1 = 3

Droge ogen en mond, pijn in spieren en gewrichten, vaak doodmoe en ontstekingen in diverse organen. Plus een verhoogde kans op lymfklierkanker. Dit typeert patiënten met het primair syndroom van Sjögren (pSS), een reumatische auto-immuunziekte, waar nog altijd geen effectieve therapie voor is. Een combinatie van twee bestaande ontstekingsremmers brengt mogelijk verandering.

Voor patiënten met pSS was symptoombestrijding lange tijd de enige behandeloptie. Afzonderlijke ontstekingsremmers werken onvoldoende om de ziekte te bestrijden. Onderzoekers van het UMC Utrecht (zie kader) bedachten dat het aanpakken van het samenspel van ontstekingscellen met hun unieke eigenschappen misschien zou werken. Joel van Roon: ‘In celkweken hadden we een combinatie van twee veelgebruikte en goedkope middelen getest: leflunomide en hydroxychloroquine. In een placebo-gecontroleerde studie met 29 patiënten bleek deze combinatie het overactieve afweersysteem en de ziekteactiviteit zeer goed te remmen, met voor veel patiënten een merkbare verbetering. Een patiënt zei: “ik was zó blij dat ik eindelijk weer vocht in mijn mond voelde!” Erg mooi om als translationeel onderzoeker te horen wat ons werk kan betekenen voor de patiënt.’

Alle deelnemers profiteren

De resultaten waren bemoedigend, maar het was een kleine studie, vervolgt Van Roon. Daarom is er een vervolgstudie opgestart binnen het ZonMw-programma Translationeel Onderzoek, bedoeld om kennis uit wetenschappelijk onderzoek versneld naar de patiënt te brengen. Helen Leavis: ‘In deze studie willen we de effectiviteit en veiligheid in een grotere groep patiënten bevestigen, zodat de combinatie op termijn ook standaardzorg kan worden. Het is een zogeheten placebo-gecontroleerde single-arm crossover-studie, waarin de placebogroep halverwege overstapt naar de echte middelen. Zo krijgen alle deelnemers de kans te profiteren.’

‘Een patiënt zei: ik was zó blij dat ik eindelijk weer vocht in mijn mond voelde! Mooi om te horen dat translationeel onderzoek echt wat kan betekenen.’

Geïndividualiseerde behandeling

Het doel is te komen tot een proof-of-concept voor de combinatietherapie. Leavis: ‘Daarnaast identificeren we biomarkers die de respons op de therapie kunnen voorspellen. In de eerste trial hebben we 43 ontstekingsfactoren gevonden die significant verschillend zijn tussen responders en non-responders. Met de top 10 van deze factoren konden we met 95% waarschijnlijkheid een positieve respons voorspellen. Daarmee wordt het goed denkbaar dat we een adequate voorspellende test kunnen ontwikkelen. Zo zetten we stappen naar een meer geïndividualiseerde behandeling.’

Niet alleen klinisch kijken

Van Roon heeft nog een belangrijke les voor collega-onderzoekers: ‘Betrek patiënten vanaf het begin bij je studie. En deel je resultaten ook met ze. Vanuit de contacten in de eerste studie konden we in de vervolgstudie voor de cross-over-opzet kiezen, omdat patiënten uit de placebogroep vertelden dat ze het niet fijn hadden gevonden de behandeling niet te krijgen. Een andere les: kijk niet alleen naar klinische maten, maar voer ook een moleculaire monitoring uit. Ook als je klinisch geen effect ziet, krijg je zo begrip van het werkingsmechanisme, dus wat er wel en niet verandert bij de individuele patiënt. Voor ons was dat gegeven de aanleiding om de combinatietherapie te gaan uitproberen.’

De studie is uitgevoerd door promovendus Eefje van der Heijden en Aike Kruize (klinisch onderzoeker) van het UMC Utrecht. Joel van Roon was projectleider en Tim Radstake trad op als supervisor. Helen Leavis superviseert de RepurpSS-II-vervolgstudie die wordt uitgevoerd door promovendi Safae Hamkour en Celine Bogers.

Video
Contact

Verstuur