Tieners met astma zijn zelf verantwoordelijk voor hun medicijngebruik. Door hun puberbrein kunnen ze echter niet zo goed plannen. Ellen Koster: ‘Ruim de helft van de pubers met astma is therapieontrouw. Ze gebruiken hun medicijnen niet volgens de voorschriften. Grotendeels komt het doordat pubers gewoon vergeten de medicijnen in te nemen. Ze verslapen zich en springen gehaast op de fiets. Misschien zijn ze ook niet zo met hun ziekte bezig. Ze nemen de gevolgen – astma-aanvallen, hoesten en benauwdheid – soms voor lief en zien de noodzaak van dagelijks medicijngebruik niet altijd in.’
Volgens Koster is het lastig pubers te motiveren. ‘Ons eerste idee was een health-game. Gelukkig hebben we dat eerst aan jongeren voorgelegd, want dat bleken ze stom en kinderachtig te vinden. Ze wilden liever een app voor hun smartphone. Die hebben ze altijd bij zich.’ De projectgroep besteedde veel aandacht aan de ontwikkelfase. ‘We hebben met jongeren om de tafel gezeten met vragen als: waar loop je tegenaan, waar heb je behoefte aan, wat wil je weten en waar moet de app aan voldoen? Toen we genoeg wisten, heeft softwareontwikkelaar Umenz de app gebouwd.’
‘Dit onderzoek toont ook dat e-health bepaalde kennis en vaardigheden vergt. Hoe formuleer je bijvoorbeeld een chatbericht aan een puber?’
In totaal deden 66 apothekers mee aan de testfase van een half jaar. Van de 234 jongeren tussen 12 en 18 jaar die aan het onderzoek meededen, gingen 87 de app gebruiken, de rest zat in de controlegroep en vulde alleen twee keer een vragenlijst in. Er was een beveiligde verbinding tussen de app op de smartphone en een programma op de computer van de apotheker. Een wekelijks in te vullen vragenlijst gaf jongere en apotheker meer inzicht in astmaklachten. Bij veel klachten kwam er een kort advies, bijvoorbeeld: neem contact op met de apotheek of de huisarts. De apotheek kreeg deze informatie ook en kon desgewenst zelf contact zoeken.
Jongeren konden een alarm aanzetten om ze aan het medicijngebruik te herinneren. Samen met hen zijn filmpjes gemaakt over bijvoorbeeld goed gebruik van medicijnen en hoe je omgaat met astma. Koster: ‘Je kon via de app chatten met andere jongeren of met de apotheker. Dat laatste past bij de veranderende rol van de apotheker, die steeds meer aan patiëntenzorg doet.’ Het onderzoek laat volgens Koster zien dat e-health specifieke vaardigheden vergt. ‘Hoe formuleer je een chatbericht aan een puber? Oudere apothekers hadden daar meer moeite mee. De app zorgt voor laagdrempelig contact, maar kan niet het face-to-face-gesprek vervangen. Een app als deze is vooral ondersteunend.’
Promovenda Richelle Kosse deed het onderzoek onder begeleiding van Ellen Koster. Koster was copromotor, samen met Marcel Bouvy, hoogleraar Farmaceutische patiëntenzorg, en kinderarts Tjalling de Vries.