Implementatie en het realiseren van impact – het benutten van projectresultaten door praktijk, beleid, onderwijs en/of onderzoek – is een van de speerpunten van ZonMw. Alleen zo komen we tot betere zorg en gezondheid. Wat is de plaats van impact in het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen?
Projecten die ZonMw financiert moeten impact hebben. Pas als nieuwe kennis en kunde gebruikt wordt in praktijk, beleid, onderwijs en/of verder onderzoek, blijft de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar. Maar wat is impact? Iedereen heeft er een eigen definitie van. Jasmijn Timp, implementatiespecialist ZonMw-Geneesmiddelen: ‘Wij spreken van impact als er sprake is van kennisbenutting, oftewel het gebruik van resultaten van projecten en programma’s door praktijk, beleid, onderwijs en/of onderzoek. Zo dragen ZonMw-projecten bij aan betere zorg en gezondheid. Onderzoek leidt pas tot verbeteringen als kennis en inzichten uit onderzoek daadwerkelijk landen in de praktijk. Wij vragen in onze programmering daarom al geruime tijd aandacht voor kennisbenutting. En het wordt steeds meer een hot topic, ook door nieuwe inzichten vanuit de implementatiewetenschappen.’
‘Het lastige is dat je impact niet goed kunt meten,’ vervolgt Timp. ‘Maar er zijn wel een paar indicatoren voor beschikbaar, die zijn opgenomen in het ZonMw Impact Assessment Framework. Kernelementen daarin zijn samenwerkingen met relevante stakeholders, het opleveren van bruikbare kennisproducten en gerichte activiteiten die kennisbenutting bevorderen.’ Impact is terecht een sleutelwoord binnen het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen, zegt Timp. ‘De doelstelling van GGG is het effectiever, veiliger en doelmatiger inzetten van bestaande geneesmiddelen. Dit bereik je alleen door met projectresultaten verandering en verbetering in de farmacotherapeutische zorg te realiseren.’
‘Het GGG-programma stimuleert projectaanvragers om al vanaf het begin te bedenken hoe hun resultaten straks kunnen landen in de praktijk.’
Het besef dat implementatie van nieuwe kennis en kunde een integraal onderdeel uitmaakt van onderzoek doen, begint gelukkig steeds meer te landen, zegt Timp. En ook dat je daar veel partijen voor nodig hebt: onderzoekers, zorgverleners, patiënten en hun naasten, financiers, beleidspartners, commerciële partijen, het onderwijs. ‘Met elkaar kunnen we leren van wat goed en minder goed werkt en hoe we de praktijk steeds als uitgangspunt nemen in onderzoek. In de subsidieronde Implementatie en opschaling van GGG-projectresultaten stellen we heel gericht financiering en ondersteuning beschikbaar om GGG-projectresultaten te implementeren en te borgen in de praktijk. Het is belangrijk te beseffen dat implementatie tijd en energie vergt, en vaak specifieke expertise.’
Binnen GGG zijn de procedures en werkwijzen in de loop der jaren aangescherpt. Timp: ‘In de oproepen staat nu helderder beschreven wat we bedoelen met kennisbenutting en implementatie. We stimuleren aanvragers om al vanaf het begin te bedenken hoe hun resultaten straks kunnen landen in de praktijk. Wat is de volgende stap wanneer dit project is afgerond? Welke partners zijn daarvoor belangrijk? Wat voor kennisproducten heb je nodig? Daarnaast schakelt GGG over dit onderwerp ook met de stakeholders, zoals het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Met hen bespreken we bijvoorbeeld hoe resultaten uit GGG-projecten te koppelen zijn aan de richtlijnendatabase, zodat de resultaten kunnen bijdragen aan updates van richtlijnen.’
Een uitdaging op korte termijn is het versterken van implementatie-expertise, besluit Timp. ‘We willen de projectgroepen beter ondersteunen en adviseren, onze commissies aanvullen met implementatie-experts, en aanvragen laten beoordelen door referenten met ervaring in implementatieprojecten. ZonMw heeft eerder de opleiding van tien implementatiefellows gefinancierd, als onderdeel van onze investeringen in de implementatie-infrastructuur. We zien dat deze mensen echt overvraagd worden; er is veel behoefte aan dit soort expertise. Voor de lange termijn is het de uitdaging aan te tonen dat wij eraan kunnen bijdragen dat onderzoeksresultaten daadwerkelijk leiden tot meer impact. De evaluatie van 10 jaar GGG geeft ons hierbij veel informatie om van te leren en aandachtspunten die we kunnen gebruiken om het programma de komende jaren verder te ontwikkelen.’
Meer weten?
Ben van der Zeijst, LUMC
‘Ik ben emeritus hoogleraar Vaccins en vaccinatie. Vanaf het begin ben ik als commissielid betrokken geweest bij het GGG-programma. Nu zit ik in de commissies Drug Rediscovery en Grote Trials. Er zijn nog heel veel dingen die voor de hand liggen om te verbeteren, maar waarvoor geen wetenschappelijk bewijs is. Dan moet je dat dus onderzoeken. Zo kom je tot een betere behandeling, met minder bijwerkingen en tegen lagere kosten. Voor de toekomst zie ik implementatie als grootste uitdaging. Er zijn nog altijd wetenschappers die denken: ik ga gewoon iets leuks doen! Maar dat is niet genoeg; je moet met je onderzoek ook echt de geneeskunde verder willen brengen.’
Rupie Spermon, Coöperatie VGZ
‘Bij zorgverzekeraar VGZ zijn we van zinnige zorg en daar past GGG heel goed bij. Gepast gebruik noemen wij het. Dus hoe is iemand met de juiste hoeveelheid medicatie toch goed geholpen? Via Zorgverzekeraars Nederland zijn wij ook betrokken bij de SONIA-studie rond borstkanker. Als ziekenhuizen goede ideeën hebben voor gepast gebruik, omarmen we die en introduceren ze bij andere ziekenhuizen. Voor de toekomst is vooral implementatie belangrijk. Er worden bergen studies opgeleverd, maar die leveren pas echt wat op als je de opbrengsten kunt opschalen.’
Bert Leufkens
Marjon Cnossen
Ruud Coolen van Brakel, directeur Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
‘We zien in het werk aan goed gebruik van geneesmiddelen een worsteling met de implementatie van onderzoeksresultaten. Hoe komen resultaten beter terecht in de praktijk? We zullen in geneesmiddelenonderzoek breder moeten kijken dan naar het strikt medische of farmacologische. Het concrete gebruik van geneesmiddelen is vooral een kwestie van cultuur en heeft vaak weinig met de ratio te maken. Waarom verschilt het anders zo per land? Ook dat soort aspecten horen bij een programma als GGG.’
Aris Prins, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
‘Voor interventies die in een onderzoeksopzet of pilot effectief zijn, is voor succesvol opschalen meer kennis nodig van de omgevingsdeterminanten. Dus de factoren die bepalen of een vernieuwing ook echt landt in de praktijk. Hoe zag de samenwerking tussen zorgverleners eruit? Wat weten we van de patiënt en van de relatie met zijn zorgverleners? Het gaat er niet alleen om of een interventie effectief is, maar ook of deze effectief toegepast kan worden. Met het Make-It-consortium is hier nu een goed begin mee gemaakt, waarbij in de therapietrouw-proeftuinen proces en implementatie worden ondersteund en geëvalueerd.’
Ton de Boer, College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
‘Ik vraag mij af of het zo slecht gaat met implementatie. Als er overtuigende resultaten zijn, kan ik mij niet goed voorstellen dat deze niet in richtlijnen terechtkomen. Zoals de NHG-standaarden of de richtlijnen van de medisch specialisten. Of artsen die richtlijnen wel of niet volgen, is een algemeen probleem dat het GGG-programma overstijgt. Het gaat er vooral om dat de beroepsgroep elkaar erop aanspreekt. Ook de zorgverzekeraars hebben hier mogelijk een rol. Daarbij kan het zeker nuttig zijn in de dagelijkse praktijk te onderzoeken wat eventuele belemmerende factoren zijn om een richtlijn te volgen.’
Erik Blaauw, zorgverzekeraar CZ Groep
‘Implementatie is de laatste stap in een proces. Het gaat over het loslaten van het oude en het toepassen van het nieuwe. Om tot succesvolle implementatie te komen, is het superbelangrijk dat een implementatieplan voorwaarde is voor het honoreren van nieuwe GGG-initiatieven. In zo’n plan zouden aanvragers duidelijk moeten aangeven wat de gewenste praktijkverandering is. Mijn pleidooi: maak een stevige koppeling tussen financiering en daadwerkelijke implementatie. Los hiervan is het cruciaal dat we in de gezondheidszorg afstappen van het ‘hier niet uitgevonden’-syndroom. Dat houdt innovatie nog veel te veel tegen.’
Peter Bertens
Catharina van Oostveen, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland
‘Het goed gebruik van geneesmiddelen is in de zorgpraktijk echt een uitdaging. Zorgprofessionals ontmoeten patiënten met heel complexe fysieke, mentale en sociale problematiek, en vaak gebruiken ze veel medicatie. Het bevorderen van zelfmanagement en begeleiding bij medicijngebruik is cruciaal. We weten nog niet goed wat de juiste aanpakken hiervoor zijn. Daarnaast is het overzicht op het medicatiegebruik en de effecten daarvan beperkt door het ontbreken van adequate gegevensuitwisseling. In het belang van succesvolle implementatie moet binnen GGG aandacht zijn voor die complexe context. Zoek steeds samen met patiënten en zorgprofessionals naar passende aanpakken voor het goed gebruik van geneesmiddelen.’
Marcel Kooij
Jean Hermans