PROGRAMMA: GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN, DOELMATIGHEIDSONDERZOEK FARMACOTHERAPIE

Kosteneffectiviteit immunotherapie bij allergische rhinitis

Vraagstuk
Neus- en oogklachten door een pollen- of huisstofmijtallergie (allergische rhinitis) komen veelvuldig voor. Patiënten worden behandeld met standaard medicamenten of met een combinatie van medicijnen en immunotherapie in de vorm van maandelijkse injecties met pollen en/of huisstofmijten. Wat zijn de voor- en nadelen van beide behandelingen?

Onderzoek
183 patiënten met allergische rhinitis ten gevolge van één (43%) of meerdere (57%) allergieën namen deel aan de studie. 93 ondergingen subcutane (onderhuidse) immunotherapie (SCIT), 90 kregen de  standaardtherapie. Daarnaast is met behulp van de database van apothekers onderzoek gedaan naar de therapietrouw van de patiënten.

Resultaten
De klachten, het medicatiegebruik of de kwaliteit van leven verschilden niet tussen de twee groepen. Uiteindelijk bleken de kosten in de immunotherapiegroep hoger. Gezien het goede effect van standaardmedicijnen moet immunotherapie wellicht voorbehouden worden aan patiënten met ernstige neusklachten waartegen standaard medicamenten niet goed helpen. Uit het database-onderzoek blijkt dat slechts een klein deel van de patiënten de vereiste 3 jaar immunotherapie volmaken. Voor de effectiviteit van de behandeling is het daarom cruciaal de therapietrouw te verbeteren.

Project op website →

Uitvoerende: Prof. dr. R. Gerth van Wijk, Erasmus MC | ZonMw-project: 170995002
Cost-effectiveness of subcutaneous immunotherapy in allergic rhinitis

Video
Contact

Verstuur